De krantenartikels over loopbaancoaching in de natuur hebben heel wat stof doen opwaaien in de coachwereld. Voorstanders, tegenstanders, sceptici, critici, een heel ecosysteem kwam tot leven. En terecht, als we ons zuiver op de krantenartikels baseren, krijgen we een mager beeld van wat een begeleiding in de natuur inhoudt. Zo fronsten mijn wenkbrauwen ook en rezen er een aantal vragen op.

 

Waarom lachen we met coaching?

Als ik de krantenartikels en de reacties lees, dan krijg ik het beeld van een coach die adviseert, problemen van de klant oplost en een goede babbel doet met de cliënt. In dit geval zou ik zeggen: kom je zo een coach tegen, wees dan bezorgd. Coachen is een vak. Het is een vak waarbij een jarenlang leerproces en persoonlijke ontwikkeling aan vooraf gaat en dit via degelijke opleiding. In de opleiding heb je kaders meegekregen over het mensbeeld, je bent getraind in coachvaardigheden, je hebt geleerd om kritisch te zijn en je hebt een gefundeerde coachvisie eigen gemaakt. Ook blijft een bekwame coach zich bijscholen op allerlei manieren middels literatuur, intervisies, deelname aan studiedagen, enz … Dus ja, het coachvak mag zeker meer serieus genomen worden.

Als je coach wil worden besef dan dat je lang aan het leren zal zijn. Psychologen doen er ook minstens vijf jaar over om te leren hoe een mens zijn identiteit construeert en hoe het hierin fout kan lopen. Op de markt zien we helaas het tegendeel zich voordoen. Kortdurende opleidingen geven je de indruk dat je na vijf dagen kan gaan coachen. Ook zijn er opleidingen die het hebben over coachen, maar waarbij je niet getraind wordt om je de vaardigheden eigen te maken. Dat is natuurlijk absurd en dan is het begrijpelijk dat er heel wat vragen rijzen naar professionalisme ten aanzien van de coachwereld. Het werken met de totale mens en zijn ontwikkeling is vakmanschap. Vele toekomstige coaches investeren niet in een jarenlange opleiding zoals psychologen en therapeuten. De focus is er op gericht om zo snel mogelijk aan de slag te kunnen gaan en er een eigen inkomen mee te verwerven. Het moet allemaal ook praktisch toepasbaar zijn. Zijn we dan wel ernstig bezig met ons vak als coach?

 

Waarom lachen we met natuur?

Dat de overheid projecten aanmoedigt waarin natuur een plek krijgt stemt mij bijzonder blij. Dan zeg ik ‘eindelijk’. In deze dagen waarbij we opgesloten zitten in onze duffe kantoren, wordt het nu in zekere zin aanvaard om ons werk buiten te doen. Zo zou je er ook aan kunnen denken om bijvoorbeeld sollicitatiegesprekken, ontwikkelgesprekken of vergaderingen al wandelend te doen. Zolang je je bekwaamheid inzet en je je professionalisme bewaakt, is het vertoeven in de natuur een mooie en interessante toevoeging. Als we dit belachelijk vinden, dan rijst bij mij de bedenking dat het toch ernstig gesteld is in hoe we ons verhouden met de natuur. Werken is dan binnen en de natuur is voor het weekend en de vakantie. Kijk naar de kinderen: kruipen ze nog in bomen? Komen ze met een modderbroek thuis en een stok die ze gevonden hebben?

Wat zou nu natuurlijker zijn, een gesprek binnen vier muren, met airco en kunstlicht of een gesprek waarin het leven rondom ons mee aanwezig is? Bovendien is het al voldoende internationaal wetenschappelijk bewezen hoe het groen van de natuur inwerkt op het welzijn van de mens, op betere studieresultaten van kinderen, op een sterker creatief vermogen, enz. Nu wordt in België daar ook onderzoek over gedaan en wil men in de zorgsector extra aandacht schenken om natuur en gezondheid een plek te geven. Wat maakt dat het eren van het leven in en rondom ons belachelijk is?

Het feit dat we lachen met de natuur is goed te begrijpen vanuit onze eeuwenlange afgescheiden verhouding van de mens van de natuur. We hebben de natuur buitengesloten. De ecopsychologie, een vakgebied dat de relatie tussen mens-natuur bestudeert, stelt dat deze vervreemding aan de basis ligt van de klimaatopwarming, toenemende natuurrampen, de relatie met de vluchtelingenstromen, enz. Ondertussen blijven we de aarde exploiteren.

In de coachwereld gaan we nu ook natuur inzetten ten voordele van de menselijke ontwikkeling. Wat ik in de opkomende natuur-gezondheidshype mis is het principe van de wederkerigheid. De hele opzet van coaching in de natuur is nog erg antropocentrisch gericht: de natuur wordt beschouwd als iets dat buiten ons staat en dat we als coach benutten. Coachen in de natuur is dan gezond voor de coach en gezond voor de coachee. Is het ook gezond voor de natuur? Dat is een heel nieuwe vraag en zou het plaatje completer maken.

Er biedt zich hier, nu met de toenemende aandacht voor de natuur, een grote opportuniteit om onze relatie mens-natuur te herbekijken. Mijn missie is om het antropocentrisch gebruik van de natuur in coaching te laten evolueren naar een ecologische benadering: de natuur een evenwaardige plek geven als de mens. Ik volg ecopsycholoog Arne Naess die stelt dat de natuur een intrinsieke waarde heeft. Voorbeeld is het wettelijk beschermd recht van rivieren in Nieuw-Zeeland om rivier te mogen zijn en het inzicht dat dieren bewustzijn hebben en kunnen lijden. Ecologische hulpverlening of coaching wil zeggen dat we er mee ophouden de natuur instrumenteel te gebruiken, beperkend tot het welzijn van de mens. Wat heeft de natuur ons te vertellen?

We kunnen samen, wij, als maatschappelijk verantwoorde burger, en de overheid als goede huisvader, onze verantwoordelijkheid opnemen om mee te werken aan een nieuw discours over coachen in de natuur. Een discours waarin de verhouding van de mens met de natuur centraal staat in de mondiale ontwikkeling.

 

Het verschil tussen coachen in de natuur en natuurcoaching

Het is opvallend hoe in de media verschillende soorten coachbenaderingen op een en dezelfde hoop gesmeten worden: zo worden loopbaancoach en natuurcoach in een dezelfde zin gebruikt, en worden coachen in de natuur en natuurcoaching door elkaar gebruikt. Even scherpstellen: niet alle natuurcoaches zijn loopbaanbegeleiders en niet alle opleidingen van natuurcoaching in België specialiseren zich in loopbaanbegeleiding. Andersom buigen opleidingen voor (loopbaan)begeleiding in de natuur zich niet noodzakelijk over de relatie mens-natuur en natuurverbinding. Wel geeft het de coachee een signaal dat de coach een keuze gemaakt heeft: hij coacht liever buiten. Het verschil ligt in de plek die de natuur krijgt in de begeleiding.

Wanneer je coacht in de natuur, dan doe je je begeleidingspraktijk buiten. Wat je binnen doet, doe je nu buiten, en de natuur biedt hierin nieuwe mogelijkheden. De natuur wordt een praktijkveld waarin we ons bewegen, verschillende werkvormen hanteren en inspiratie verzamelen aangaande het thema van de coachee. Die inspiratie wordt vaak geput uit het werken met metaforen. In de natuur wordt een metafoor makkelijk opgebouwd op basis van een natuurelement of een natuurbeeld. Een coachee staat bijvoorbeeld stil bij een natuurbeeld dat hem triggert. Samen met de coach gaat hij reflecteren welke inspiratie hij hieruit krijgt. Dankzij de natuur, een rijk veld vol prikkels, zoals je dit ook met kunst kunt ervaren, keert de coachee huiswaarts met nieuwe informatie en inzichten. De natuur wordt bij deze vorm van coaching ingezet ten voordele van het proces van de coachee. Het mooie hieraan is dat de praktijkruimte van de coach een levend veld is, terwijl de coachee zich ook bewust kan worden hoe stiltemomenten en bewegen in de natuur ook wel heilzaam kunnen zijn.

Een natuurcoach doet ook het bovenstaande, maar gaat daar in verder. Natuurcoaching heeft een specifiek beroepsprofiel, waarbij de natuurcoach gedreven is door een maatschappelijke missie. Het werkveld van de natuurcoach bestaat er uit de coachee te begeleiden in zijn proces van vervreemding naar verbondenheid met het natuurlijke. Hierbij laat hij zich inspireren door het ecologisch-holistisch wereldmodel. De mens en niet-menselijke wezens zijn hierbij evenwaardig. Ze zijn deel van ecosystemen die één geheel vormen. Bovendien is de natuur niet alleen buiten ons aanwezig, maar ook binnen ons. Veel coachees benutten zichzelf als een middel dat doelgerichte actie stelt. Het lichaam wordt geëxploiteerd. Roofbouw heeft consequenties. Het is dezelfde verhouding die de mens als totaliteit heeft ten aanzien van de natuur. Er is veel werk te doen om de coachee met zichzelf te laten omgaan als zijnde een natuurlijk levend wezen, gesitueerd in een groter levend geheel.

De natuurcoach kiest ervoor om de verhouding mens-natuur, op uitnodigende wijze, in het gesprek te brengen. Samen met de coachee onderzoekt hij hoe die verhouding verbonden kan zijn met zijn aanmelding. Misschien ook niet en dan blijft het bij coachen in de natuur. Indien wel, dan is de verbinding met het natuurlijke een hefboom voor voortgang bij de coachee. Met respect voor de aanmelding en de snelheid waarmee de coachee tot bewustzijn kan komen, zal de natuurcoach de verbinding met het natuurlijke activeren. Van daaruit levert hij een fundamentele bijdrage aan de ontwikkeling van de coachee. Het eindpunt waar de natuurcoach graag naar toe werkt is een coachee die op basis van zijn herstelde verhouding met het natuurlijke, nadenkt hoe hij zijn leven invult. Waarschijnlijk maakt hij dan keuzes die goed zijn voor zichzelf, de samenleving en de aarde. Op deze wijze bouwt de natuurcoach in zijn begeleiding het principe van wederkerigheid in.

Onze stijgende belangstelling om natuur te integreren in onze professionele werkzaamheden is een hoopgevende ontwikkeling. De natuur krijgt een plek. Vandaar een oproep aan alle beleidsmedewerkers, coaches, hulpverleners en opleiders. Laten we onze maatschappelijke missie begrijpen: de verloren verbinding met het natuurlijke herstellen.

Deel gerust dit bericht (knoppen bovenaan) zodat we samen anderen uitnodigen het te hebben over onze verhouding met het natuurlijke, als bijdrage aan het groter geheel.

Ann Sterckx, opleider natuurcoaching en auteur van het Handboek Natuurcoaching (www.earthwise.education).