Deel 2. De zoete bron doet leven.

De gans lieten we achter op haar territorium. We wandelden verder langs het meer, recht het bos in. Een vrolijk kindergejoel doorheen de bomen trok onze aandacht. ‘Oh ja, dat is de Zoete bron daar. Of eigenlijk de Minnebron’, wees Rudy. Kinderen speelden er op los met water. De moeder keek glunderend toe. Toen we ook even water wilden tappen, grinnikte ze: ‘De kinderen spelen op hun blote voeten’. Ook zogen ze water op en gebruikten hun mond als waterpistool om elkaar nat te spuiten. Ik voelde mijn lippen in een glimlach trekken. Heb je dat ook nog gedaan toen je kind was? En nu, doe je het nog? Water doet spelen. Water doet leven. Ze vervolgde: ‘Vele ouders vinden dat raar dat mijn kinderen zo rollebollen, zeker op hun blote voeten’.

Wat voor haar en mij een evidentie is, is dat niet altijd voor een ander. Dit zouden we later in de vooravond bevestigd zien, toen we een hapje gingen eten, vooraleer het coachcafé zou starten. Bij een brasserie zat er naast ons een koppel grootouders met volle teugen te genieten van een wijntje. Hun kleinkinderen, een meisjestweeling van een jaar of vijf, zeurden beiden dat ze hun sandalen wilden uitdoen. Het was warm en de ondergrond bestond uit droge aangestampte aarde. ‘Nee, nee, schoentjes aanhouden hoor, anders worden je voeten vuil’, hoorde ik de grootmoeder zeggen. Pruillipjes kwamen tevoorschijn. Niet alleen bij de kinderen, ook bij mij.

Terug naar de glunderende mama aan de bron. ‘Het laatste kind in het bos en ‘nature deficit disorder’, van Richard Louv, zegt dat boek je iets?’, beantwoordde ik haar subtiele uitnodiging tot ontmoeting. Ze kende het. ‘Het is toch aanmoedigend dat jij wél met je kinderen het natuurlijke opzoekt’, sponsorde ik haar. Zo wisselden we nog wat uit. Over hoe belangrijk het is dat kinderen en natuur samenleven. Hoe we zelf nood hebben om natuurlijker te gaan leven, in verbinding met de natuur, de aarde. Hoe gezond en zingevend dit toch ook allemaal aanvoelt. Ik nodigde haar uit om ook naar het coachcafé te komen ‘s avonds. Ze ging proberen, zei ze. Ze woonde toch dichtbij. Voor haar was deze bron een bijzondere ontmoetingsplek, wilde ze nog kwijt. ‘Niet alleen heb ik zelf mogen ervaren dat deze bron over genezende krachten beschikt, ook heb ik hier al een paar verrassende ontmoetingen gehad.’ Ze staarde even voor zich uit, haar sprankelende ogen in zachte focus. We begaven ons samen in een moment van diepe stilte, in een ruimte van wederzijdse erkenning en verbondenheid. De kinderen amuseerden zich te pletter. Zo eenvoudig kan het zijn. Water, blote voeten, spelen, kind zijn, puur natuur. ‘Zo had ik er al aan gedacht om met kinderen iets te doen rond natuurverbinding, en dan kom jij met je verhaal’, wierp ze enthousiast naar me toe. Zo zie je maar … als je wat dwaalt door het bos en je je laat leiden door geluiden des levens, waar je zoal kan uitkomen. In dit geval aan een zoete bron, een minnebron, die het leven terug in onze aandacht brengt.

Wordt vervolgd …

Ann Sterckx