Richard Louv heeft het in zijn boek ‘Het laatste kind in het bos’, over het Nature Deficit Disorder. Met deze term verwijst hij naar de vele kinderen die vandaag de dag hun verbinding met de natuur niet meer kunnen vieren en hierdoor gedragsproblemen vertonen. Hij spreekt hier expliciet over ‘vervreemding van de natuurlijke wereld’. Kinderen zijn gekluisterd aan televisie of worden opgeslorpt door talloze, zinloze spelletjes en schermpjes. Richard Louv doet hiermee, uit zorg voor onze samenleving, onze toekomstige generaties en zorg voor de aarde, welke onlosmakelijk verbonden zijn, een oproep om je kind opnieuw in bomen te laten kruipen, met insecten te laten spelen, te laten sluipen in het hoge gras, en vooral ook kampen te laten bouwen. Uit een onderzoek van milieupsychologe Dr. Susan Clayton bleek dat een veelheid van de respondenten die in de Natuursector werken, als kind ook kampen bouwden.

Dit brengt me bij Kian, mijn negenjarig zoontje. Telkens weer zie ik een gelukkige Kian wanneer we het drukke (soms stinkende) Gent verlaten om onze natuurplek op te zoeken. Het eerste wat hij doet bij aankomst is ‘zijn bosje’ bezoeken, waar hij helemaal zijn wereldje bouwt. Zelf getimmerd, met gerecycleerd en natuurlijk materiaal. En in verbinding met de natuur. Ik merk hoe hij zelf leert de seizoenen te volgen. Deze kennis bouwt hij op door al wat leeft op zijn plekje zorgvuldig te observeren. Zo merkt hij dat er in zijn bosje andere vogels dan vorige maand druk heen en weer vliegen. Hij noemt ze zijn medebewoners. Hij begint zelf te ontdekken dat er cycli in de natuur zijn. Hij merkt hoe de sparren en dennebomen vruchten maken, en bijna klaar staan om af te vallen. Zijn emmertje ligt klaar om ze te rapen voor de winter, voor de kachel. Niet alles, want we dienen er te laten liggen voor de vogels en andere dieren, en voor nieuwe boompjes, zo is zijn redenering. Ook heeft hij al getuige kunnen zijn hoe de Vlaamse gaai eikeltjes komt oppikken. Ondertussen heeft hij ook geleerd dat natuur niet een en al romantiek is. Soms is de natuur wel eens destructief. Op een dag kwam hij huilend mijn schoot opgelopen omdat de storm zijn kampje, waar hij zoveel werk in had gestoken, deels had vernield. Boosheid, onmacht, verdriet – emoties teweeg gebracht door zijn verbinding met de natuur. We hebben het dan over gehad, dat het in de natuur niet altijd zo rozegeur en maneschijn is, en dat het deel uitmaakt van het ecologisch systeem. En van het leven. Met een dergelijk leermoment kan je met een kind alle kanten uit. Hoe omgaan met dergelijke ingrijpende momenten, emoties leren benoemen en laten zijn, en dan weer veerkracht opbouwen, enzovoorts. Vanwege de storm verzeilden we ook bij het onderwerp van klimaatopwarming. Over welke effecten we zo als aardbewoner heel erg beginnen te voelen. En ook weer hoe we zelf kunnen bijdragen om een verschil te maken met hoe we ons verhouden tot de natuur. Zo ging hij nadenken hoe precies hij bezig is in het bosje. Meer om meer wordt Kian zich bewust dat hij deel uitmaakt van een mini-ecosysteem, het bosje dat ingebed is in een groter ecosysteem. Dergelijke gesprekken, waarbij we onze verhouding met de natuur in vraag stellen, brengt bewustwording op gang. En niet alleen bij kinderen.

Ik zie vele professionals, leeftijdgenoten, vrienden en kennissen bij wie de verbinding met de natuur zoek is. Natuur blijkt enkel een plek te krijgen tijdens de vakantie. Op die manier blijft de natuur iets dat we zo graag ‘in‘ ons willen voelen, terwijl het, vanwege de korte duur, in zekere zin een decor blijft dat we betreden om ons op te laden. Daarna hervatten we ons leven van hollen, bouwen en uitbouwen, en vooral tegemoet komen aan het beeld dat de maatschappij projecteert van wat succesvol zijn is … Omdat we zo daar zo moe van worden, terwijl we denken dat we goed bezig zijn, vervallen we in een overmatig consumptiegedrag, of gaan we drukke evenementen opzoeken of nog actiever worden om toch maar te voelen dat we nog in leven zijn. De stilte en de natuur zijn zoek. In de literatuur van de ecopsychologie vind je hier talloze teksten over, waarbij uitgelegd wordt hoe we door deze patronen meer om meer vervreemden van het natuurlijke in ons leven, en van de aarde. Het beïnvloedt de keuzes die we in ons dagelijks leven maken. We vergeten dat de aarde onze habitat is, onze thuis, waarmee we ons kunnen verbinden, en vooral dat het ook een levend wezen is vol energie. Er is zorg nodig, voor onszelf, de samenleving en de aarde.

Een ander leven komt tevoorschijn als je natuur terug een plek geeft in je leven. Diepgaande reflectie over je verhouding met de natuurlijke wereld helpt hierbij. Door terug de eenvoud van de dingens des leven op te zoeken worden we opnieuw gelukkiger. Denk hierbij wat je ervaart bij een stille boswandeling, het vertoeven in een weids landschap, of het leven aan een vijvertje te observeren, of wat het met je doet om met je handen in je tuin te wroeten en te beseffen dat je in staat bent je eigen voedsel te produceren. Het antwoord in mijn coachpraktijk dat ik hier vaak bij krijg is: ‘ik word rustiger, ik vind mijn innerlijke stilte terug, ik ben weer mezelf, ik voel me opnieuw verbonden met de wereld, … ‘. Het leven wordt opnieuw zinvol. Met dit nieuwe bewustzijn, en een diepere verbinding met de natuur, gaan we beter voor onszelf zorgen, de ander, de samenleving en de aarde. Als je tegelijk aandacht geeft aan deze verschillende dimensies, dan krijg je opnieuw ruimte in je leven. En vooral veel inspiratie. En je begint weer te spelen en te rollebollen in het leven … Je vrije innerlijke, natuurlijke kind komt weer tot leven. Kijk maar in het filmpje :-). (Ann Sterckx)