Steeds hetzelfde patroon. Wanneer ik met professionals op stap ben, doe ik volgende oefening. Ik laat hen opschrijven hoe een weekdag er uit ziet van het moment dat ze opstaan tot ze weer gaan slapen. Vervolgens vraag ik daarnaar te kijken en zich dan fysiek op een schaal van 1-10 te positioneren volgens de mate dat natuur deel uitmaakt van die dag. Wanneer je op 1 staat dan ga je ervan uit dat er zo goed als geen natuur aanwezig is op een dergelijke dag. Wanneer je op 10 staat, dan leef je eigenlijk dag en nacht in de natuur.
Heel vaak zie ik een verdeling van een paar mensen die op 1-2 staan, velen op 3, een paar op 6 en een enkeling op 8-9. Ik bevraag dan de uitersten wat maakt dat ze daar staan, waarop we de schaal gaan kalibreren. Er gebeuren dan nog wat kleine verschuivingen omdat blijkt dat sommigen erg streng zijn voor zichzelf en dan wel nog wat meer natuur in hun leven hebben dan ze oorspronkelijk dachten. Het hoeft ook niet allemaal erg precies te zijn, het gaat over een indicatie, een ervaring en bewustwording. Bij stap 3 vraag ik waar ze graag willen staan, een verlangenvraag. Er volgt dan een opmerkelijke verhuizing naar 8. We lachen er altijd een beetje mee.
We onderzoeken dan samen vanwaar die discrepantie? Eerst volgt er vaak een stilte. Dan volgen de antwoorden: ‘gebrek aan tijd om de natuur op te zoeken’, ‘ik woon in de stad en er is geen natuur dichtbij’, ‘het type natuur waar ik tot rust kom is te ver’, ‘er is geen natuur binnen of rond het werk’. Eentje dat ook vaak terugkomt is deze: ‘Eigenlijk fiets ik wel dagelijks door een park, maar ik beschouwde het niet als ‘natuur’’’. Herken je een van deze antwoorden?
In dergelijke gesprekken is het natuurlijk belangrijk samen af te spreken wat we verstaan onder ‘natuur’. Op die vraag komen we vaak uit op ‘iets wat niet aangeroerd is door de mens, wildere stukken.’ We gaan dan verder in gesprek of bijvoorbeeld natuur ook parken kunnen zijn? Het is dan wel specifiek aangelegd door de mens, maar het zijn levende wezens die er groeien. En wat met bijvoorbeeld klimop op verlaten huizen, of paardenbloemen die door het beton doorbreken? Of bomen die ergens beginnen te groeien op een ongewone plek? Ja, er is wel degelijk meer natuur aanwezig in ons leven, maar zien we het nog? Het deed me denken aan toen ik in Gent woonde en ook het Gravensteen ‘niet meer opmerkte of zelfs niet meer zag’. Op een dag besliste ik dat het heel bijzonder is voor een stad om een kasteel te hebben en sindsdien groette ik het iedere keer bewust toen ik het voorbij kwam. We kunnen dus al heel makkelijk starten om aandacht te schenken aan de natuur die er wel is.
Dat kan ook in je organisatie. Bijvoorbeeld: kijk je uit op bomen of groen? Is er levend groen op de werkplaats? Hoe is het in de onmiddellijke omgeving van jouw organisatie? Zijn er bijvoorbeeld bomen, verwilderde stukjes, aangelegd of niet aangelegd? Beschouw je die aangelegde stukjes ook als natuur? Ervaar je een bepaald verlangen om ook tijdens je werkdag meer natuur rond jou te hebben?
Onderzoek toont aan dat meer natuur in je leven en werk bijdraagt tot een verhoogd welzijnsgevoel, betere concentratie en ook hogere creativiteit. Bovendien vervult het een aangeboren behoefte om natuur in ons leven te hebben, wat Biophilia wordt genoemd. Een belangrijk neveneffect is dat we hierdoor ook een relationelere houding met natuur gaan ontwikkelen, waardoor we er ook voor willen gaan zorgen. Dit laatste is erg belangrijk in deze tijden, waarbij er een rechtstreekse link bestaat in hoe wij ons verhouden tot natuur en de klimaatopwarming. Als organisatie aandacht schenken aan natuur in en rond de organisatie draag je niet alleen bij aan beter welzijn en gezondheid van je medewerkers, je draagt hierbij ook je steentje bij aan een duurzamere wereld.
INFO over de opleiding Greening yourself, greening the workplace.