Interview met Marta Latini, deels verschenen in de Corriere della Sera April 2022 – binnen een artikel over ecopsychologie.
Het gehele interview schreven we hier uit.
1) Hoe ben je begonnen aan ecopsychologie?
Ik noem het mijn ‘awakening’ moment, waar ik ‘wakker werd gekust door een paardebloempluis op mijn wang’.
Ik ben diep ecologisch opgevoed en uit interesse voor het werken met de mens ging ik psychologie studeren. Tijdens mijn studententijd was natuur nog heel erg aanwezig in mijn leven en deed ik ook veel aan buitensport, zoals kayak, canyoning en vooral rotsklimmen. Toen ik was afgestudeerd ben ik in het bedrijfsleven beland waar ik in verschillende organisaties heb bijgedragen tot het opzetten van een dienst Personeel en Organisatie, tot personeelsbeleid en organisatieverandering. Toen ik 37 jaar was, werd ik moe, door het harde werken, samen met de uitbouw van een succesvolle carriere, een gezin, het samen opzetten van een Thais meeneemrestaurant met mijn toenmalige partner. Daarnaast had ik ook ervaren dat ik met mijn visie op persoonlijke ontwikkeling in organisaties soms botste op leidinggevenden die een andere visie hadden op bedrijfsvoering. Rendement stond meer voorop dan welzijn en persoonlijke ontwikkeling van medewerkers. Zelf heb ik altijd geloofd dat persoonlijke ontwikkeling bijdraagt tot de ontwikkeling van het geheel waar we deel van uitmaken. Ik werd hierin niet gehoord en geraakte gedillusioneerd in het bedrijfsleven. Ik had nood aan vakantie en zo trok ik naar een vriendin in het zuiden van Frankrijk die er een buitenverblijf had in de volle natuur. Ik lag in het gras en bleek dat iedereen er in slaap leek gevallen te zijn. Het was er erg stil en vredig. Ik voelde een tikkeling op mijn wang. Ik veegde het weg en toen ik keek wat het was werd ik overvallen door een diep gevoel van schoonheid. Het was 1 paardenbloempluisje. Op dat moment gingen al mijn zintuigen open en voelde ik de zachte bries langs mijn wang strelen, kon ik de zoete geur van het gras, de madeliefjes en de wilde kruiden ruiken, kon ik het geknisper van kleine kruipende insecten onder mij horen. Op dat moment werd ik ook de Aarde ingetrokken, als in een diepe put. Tezelfdertijd kwam een vraag binnen: ‘Ann, je gaat jezelf toch niet behandelen zoals je de Aarde behandelt?’. Ik vond het eerst een moeilijke vraag, omdat ze dubbel was. Er leek een koppeling te zijn. En helaas diende ik te antwoorden dat het zo was: ik had mezelf uitgeput, zoals ik ook de Aarde aan het uitputten en aan het consumeren was.
Ik was mijn ecologische roots vergeten tijdens die voorbije jaren … op een exotische echtgenoot na. Maar ook hij had het contact met de Aarde, waarvoor ik net op hem was verliefd geworden, verloren door mee naar Belgie te komen – een land waarvan hij vond dat de Aarde niet meer kon ademen door al het beton.
Het was duidelijk dat ik niet meer terug kon naar mijn toenmalige leven. Er moest iets veranderen. Dan ben ik gestart met een hele persoonlijke ontwikkelingstocht. Het is mijn huidige partner, die ik in die tijd ook heb leren kennen die mij vertelde over ecopsychologie. Het eerste boek dat ik in mijn handen had was dat van Theodore Roszak. Ik kwam helemaal thuis in zijn verhaal, waarin hij stelt dat de ecologische crisis en andere wereldse problematieken te linken zijn aan de wijze waarop de mens zich verhoudt tot de Aarde, of de natuurlijke wereld. Ik leerde nieuwe taal, die tezelfdertijd ook verwoordde wat ik terug was gaan voelen. Ik herkende me ook in Joanna Macy, die vertelde dat wij als Westerse mens eigenlijk pijn voelen om wat er in de wereld gebeurt, maar dat we die pijn verdringen door te vluchten in consumentisme. Na 3 jaar diepe studie heb ik dan beslist om er mee naar buiten te komen en er helemaal mijn werk van te maken. Zo verliet ik ook het bedrijfsleven als loontrekkende en koos ik ook voor de vrijheid.
Wat is zo jouw benadering in ecopsychologie?
Ik heb van in het begin de link gemaakt tussen de onlosmakelijke verbondenheid tussen de menselijke en planetaire gezondheid. Maar het is nu sinds 2017 dat ik echt heel bewust ben gaan inzetten op het belang van de wederkerigheid. Ook wat dat betekent voor ons. Het lijkt een moeilijk begrip te zijn. Mensen denken dan dat ze onmiddellijk iets dienen terug te geven als ze bijvoorbeeld de natuur zijn ingegaan. Dankbaar zijn is al een minimum, maar voor mij gaat het over de keuzes die we maken in onze levensstijl, wat we levensstijlactivisme hebben genoemd. Je hoeft niet op de barricades altijd te staan om verandering te willen, je kan ook gewoon zelf al heel veel doen. En dit gaat ook samen met het verstaan en het ‘diepe weten’, wat ik oude wijsheid noem, dat de menselijke en planetaire gezondheid onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Ze zijn elkaars spiegel. Zoals wij telkens beinvloed worden door onze interactie met de natuurlijke leefomgeving, zo is er ook steeds een impact als wij in interactie gaan met de natuurlijke leefomgeving. Het is een wederzijdse relatie die niet van elkaar te ontkoppelen is. Daarnaast zijn er ook thema’s meer op de voorgrond gekomen als eco-anxiety, solastalgia, ecophobia en nog meer, waar we ook meer aandacht zijn aan gaan schenken.
2) Ik lees in jouw biografie dat jouw werk focust op het uitnodigen van professionals in de zorgsector, onderwijs en andere sectoren om de relatie mens-natuur in hun werk en begeleiding op te nemen?
Ja, ik vind dat de bedrijfswereld, en dan eerder de professionals een rolmodel kunnen zijn en dat luik kunnen meenemen in hun werk. Als we dat allemaal beginnen te doen, bewuster worden van de plek die we innemen als burger en professional, dan kan het toch alleen maar positief bijdragen aan een betere wereld. Bovendien is het zingevend om dat luik mee te nemen in je werk. Vandaag de dag leven we erg afgescheiden van de natuurlijke wereld. We zien onszelf niet meer als deel van de natuur. We denken en handelen vanuit een mechanistisch wereldmodel. Daarom nodig ik professionals uit, zeker in sectoren waarin we mensen begeleiden, om meer te gaan werken vanuit een ecologisch-holistisch wereldbeeld. Het geeft een heel ander perspectief van hoe we dan naar ons ‘mens-zijn’ kijken. We gaan minder anthropocentrisch denken, maar eerder ecocentrisch. De mens als onderdeel van een ecologisch geheel. Er rijst dan ook een gevoel van verantwoordelijkheid op, om voor de Aarde te willen zorgen.
Hoe reageert de bedrijfswereld op ecopsychologie?
Het hangt er van af over welke sectoren het gaat. De zorg-en gezondheidssector begint wel in te zien dat het belangrijk wordt om een link te leggen met natuur. Zo zien we ook in Belgie dat er meer om meer begrip komt dat de menselijke en planetaire gezondheid (of de gezondheid van de natuur) onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Toch ziet men het wel nog vrij technisch en letterlijk. Bijvoorbeeld, er lopen verschillende onderzoeken over hoe de natuur heilzaam is voor de mens. Dit is nog eenrichtingsverkeer. Waar ik naartoe werk is de bewustwording dat we ook een relationele verhouding met Natuur hebben te ontwikkelen, want daar ligt volgens mij de kern van transformatie: de combinatie tussen emotie en bewustwording, gevolgd door nieuwe keuzes in levensstijl, bedrijfsvoering … Wat ik merk is dat we het stapje voor stapje dienen te doen en veel geduld en mildheid dienen aan de dag te leggen. Als je met organisaties werkt, dan botst je ook nog eens op oude structuren en vastgeroeste systemen. Het binnenbrengen van natuur wordt nog niet als een prioriteit beschouwd, maar als een ‘nice-to-have’. Ook het ecopsychologisch benaderen vindt men nog vreemd. Men vreest dat het snel therapeutisch wordt. Het is belangrijk om ook de heilzaamheid van Natuur te eren en van daaruit vertrekken. Toch is er nieuwsgierigheid en dan mag ik al eens een lezing geven over mijn visie op mens-natuur of een korte workshop als proeverij. Het is iets dat moet rijpen. Als ecopsychologe ben ik dan wel wat ongeduldig, vooral als ik zie dat we bijvoorbeeld tijdens de Covid-periode wel snel konden schakelen, zowel overheid als het bedrijfsleven als de burger. Er is nu wel een uitleg daarvoor waarom het betreffende onze verhouding tot natuur trager gaat, maar dat zou ons te ver leiden. Daar is een heel verhaal over te vertelllen en er zijn ook vele visies over. In ieder geval zie ik een belankrijke taak voor organisaties weggelegd om hun medewerkers uit te nodigen om een relationele verhouding met natuur te ontwikkelen. Zoals je eigenlijk van je medewerkers verwacht dat ze zich ook wassen alvorens ze naar het werk komen, of dat ze zich inzetten op het werk. Het zou een evidentie moeten worden en niet moeten beschouwd worden als iets ‘wolligs’ of iets ‘vreemds’ (wat dan weer de vervreemding goed aantoont.)
Heb je reeds projecten opgezet met organisaties?
Ik doctoreer momenteel aan de Leerstoel Zorg en Natuurlijke leefomgeving, Universiteit Antwerpen, op de relatie tussen zelfzorg, relatie met natuur en de professionele praktijk bij eerstelijnszorgprofessionals. In een deelonderzoek ontwikkelde we samen in co-creatie met een aantal organisaties een model en aanpak waarin het ontwikkelen van de relatie met natuur als complementair aanbod kan bijdragen tot preventie van stress en burnout. Het artikel vind je hier: https://www.frontiersin.org/articles/10.3389/fpubh.2021.720761/full
Ook al is het project nog in pilootfase, de partner organisaties zijn alleszins enthousiast, waarbij het model in volle co-creatie tot stand kwam. Ik denk dat dit erg belangrijk is als we willen dat Natuur meer aandacht krijgt in organisaties.
Daarnaast begeleid ik ook projecten in organisaties waarin men Natuur meer een plek wil geven of waarbij de medewerkers mee op een herbronningsweek(end) gaan in en met Natuur. Het ervaren van de heilzaamheid voor de mentale gezondheid en het terugvinden van de verbondenheid met natuur staan hier dan in centraal.
3) Ik lees ook dat je een model hebt ontwikkeld om mensen te helpen zich te herverbinden met Natuur, en om hun levensstijl aan te passen. Kun je me er meer over vertellen? Wanneer ben je ermee gestart en hoe werd het ontwikkeld?
Ik ontwikkelde de Koraalwaaier in 2017, een denkmodel om mensen te begeleiden in hun herverbindingsproces met hun natuurlijke zelf en de natuurlijke wereld. Koralen zijn een van de oudste ecosystemen en erg veerkrachtig, maar tegelijkertijd zijn ze ook zeer kwetsbaar. Om deze reden was dit een goed symbool voor mij voor hoe we met de rest van Natuur bezig zijn. We dienen er zorg voor te dragen en ze zijn een spiegel voor ons van hoe goed of hoe slecht we bezig zijn … Het model verscheen toen ik tijdens een lange wandeling overschouwde hoe mensen natuur beleven, samen met de rijkdom van ecopsychologie dat ik tot dan helemaal had ingeslurpt. En ook mijn eigen ontwakingsmoment, waarbij de basiszin ontstond: ‘zich verbinden met Natuur, voor een betere zelfzorg, zorg voor de ander, de samenleving en de Aarde’. Ik merkte dat we de verbondenheid in lagen kunnen weergeven. Het is iets waar we kunnen in groeien en ze zijn allemaal met elkaar verbonden. Zo kwam ik tot 9 lagen: welzijn, natuurkennis, schoonheid, het zintuiglijke, metaforen, diepe ecologie, archetypes en mythes, ecospiritualiteit, levensstijlactivisme. De basis is het ecologisch-holistisch wereldmodel van waaruit we vertrekken met een aantal handelingsprincipes of leidraden. Dan zijn er specifieke begeleidingsvaardigheden om de persoon of een groep te begeleiden in en met Natuur. Vervolgens werken we op de verschillende lagen, waarbij je de persoon uitnodigt in te groeien en te verdiepen. Dat doen we door oefeningen, reflecteren en het delen van elkaars ervaringen. Ook facilitatievaardigheden van de begeleider zijn hierin belangrijk. Ik schreef er een boek over: Handboek Natuurcoaching. De Koraalwaaier als leidraad voor meer natuur in je leven en werk.
EarthWise Education richtte ik op in 2014, een organisatie waar ik opleidingen en events aanbied in ecopsychologie en die bewustwording stimuleren en het terugvinden van onze natuurlijke verbondenheid met ons natuurlijke zelf en Natuur rondom ons, waar we ook deel van zijn. Eerst heb ik zelf veel mensen en groepen gecoacht. Daarna ontwikkelde ik een opleidingsprogramma om natuurcoach te worden, op basis van mijn model de Koraalwaaier. Ik volgde toen al de European Ecopsychology Society dat toen vooral in het Spaans communiceerde. Op een dag merkte ik op dat ze zich hadden opengesteld voor het internationale gebeuren en zich nu IES noemden. Ik zag er hun Ecotuner Training en kon alleen maar vaststellen dat ik in Belgie hetzelfde aan het doen was, namelijk ‘toegepaste ecopsychologie’. Door een toevallige ontmoeting raadde iemand mij aan om IES te contacteren en mezelf voor te stellen. Van het een kwam het ander en nu ben ik blij deel uit te maken van een hecht en sterk netwerk die samen ecopsychologie in de wereld zet. Ik ben nationaal vertegenwoordigster van IES en EarthWise Education is nu ook een erkende IES-School. Het gesteund zijn door een internationaal netwerk in ons werk helpt wel om ecopsychologie meer kenbaarheid te geven.